Wie was Manfred?

Plaatsingsdatum: Apr 16, 2016 2:11:3 PM

De Fred

Geboren op 9 mei 1926 in Sachsen kreeg Manfred, door de ligging van een zweefvliegveld in het buurdorp Schöneck, al vroeg de smaak van het zweefvliegen te pakken. Op 14-jarige leeftjd maakte hij daar zijn eerste (en meteen solo-)start met de SG38. Het begin van een lange zweefvliegcarrière.

Uiteraard was de volgende verplichte halte de Luftwaffe.

Als 19-jarige en na een opleiding als gevechtspiloot op de Arado Ar 96 en verbindingsvluchten met de Messerschmidt Bf-108 werd zijn eenheid door brandstofgebrek ontbonden en werd Manfred in 1945 bij de parachutisten ingedeeld en naar de Duits-Nederlandse grens gestuurd in een poging om het oprukken van de geallieerden te vertragen. 5 dagen voor het einde van de oorlog werd hij door Canadese troepen gevangen genomen en als krijgsgevangene naar de koolmijn van Waterschei gebracht.

Na de vrijlating van de Duitse krijgsgevangenen in België in 1947, leerde hij in Genk zijn latere vrouw Agnes kennen (op de foto tijdens een feest in Temploux achter hem!) en samen gingen ze met de Vespa op zoek naar een zweefvliegclub. De toen dichtst bij Genk gelegen club, naast Antwerpen, was Temploux bij Namen waar hij opnieuw met het zweefvliegen begon en ook checkpiloot werd.

De mijnen in Genk probeerden deze leegloop met aantrekkelijke lonen en een woonst op te vangen, waardoor ook Manfred er tot 1962 werken bleef.

Toen er in Zwartberg kort een motorvliegclub onder de naam Aero Limburg geweest was, worden de Limburgse Vleugels boven het doopvont gehouden en Manfred wordt gevraagd om als moniteur de zweefvliegactiviteit op te starten. Met de Auster wordt naar Schleicher gevlogen en een Rhönlerche besteld die later per trein geleverd en op een platte aanhangwagen met gemeentepersoneel naar Zwartberg gebracht werd. Een 2de Lerche wordt nadien besteld en op 7 juni 1960 wordt door Manfred voor een solovlucht van 7h45 naar de Wasserkuppe gestart.

Let vooral op de namen van de leerlingen (of hun zonen) die nu nog op EBZW actief zijn!

(Lantin was de sleeppiloot die iets later met de Tiger Moth tegen de net ontkoppelde Rhön-lerche vloog.)

Zweefvliegen was in en Fred werd door de DAC gevraagd daar de nodige mensen te lossen om in Schaffen ook een zweefvliegclub te kunnen opstarten.

De Limburgse Vleugels ontvingen als eerste Belgische Club een, door de SABENA gesponsorde, SZD Mucha dewelke het prestatievliegen een nieuwe dimensie gaf. Naast de stages van het Nationaal Zweefvliegcentrum van Saint Hubert in Issoire waar Manfred in 1962 o.a. samen met Mon Van Gestel en Albert Schmelzer hun hoogtevlucht voor het E-Brevet behaalden, werden er aan vele wedstrijden deelgenomen. Fayence werd nu ook een favoriete bestemming.

De “Victor Boin” was toen een uitsluitende afstandsvlucht waarbij iedere piloot uiteraard de wind vanachter nam. De foto toont Manfred met de Mucha net voor een start bij deze wedstrijd. Zijn ophaalploeg diende die avond wel naar Dijon te rijden.

Inmiddels startte Fred, samen met Hans Fechner, in Genk het Belgische filiaal van de Hörmann groep op.

Midden de jaren '70 kreeg Manfred te horen dat hij door het fijne stof op zijn longen, door de jaren in de mijn, niet meer moest werken gaan. Ideaal nu de zweefsektie per jaar meerdere Sporta en Bloso-kampen organiseerde! Vele van zijn 26 vliegboekjes werden hiermee gevuld en het zweefvliegpark werd nu door de club aangevuld met een Ka6e, nieuwe Cirrus 75 en een nieuwe C-Falke.

Aan de wedstrijden in Keiheuvel en Saint Hubert bleef de Fred deelnemen met het motto “deelnemen is belangrijker dan winnen” maar ook Issoire blijf hij bezoeken. Toen de club Aosta ontdekte, wist hij ook hier door zijn onevenaarbare charme de lokale harten in de winter te laten smelten.

En daar skiën; dat moest hij vroeger thuis toch al om op school te kunnen geraken!

Toen hij daar echter tijdens een landing op de gletsjer met de Piper Cup moest uitstappen en met de hand de Cup moest helpen omkeren was het overduidelijk: er mankeerde “Luft”.

Manfred werd samen met andere voortrekkers van de zweefvliegerij onderscheiden met de Gouden Palmen in de Kroonorde, bleef ook in de jaren 80 zeer actief en ging nog mee naar de zweefvliegkampen in Saint Crépin en de wedstrijden waar de club aan deelnam.

Bij grote inspanningen deed het sluipende steenstof van de mijn in zijn longen, zich echter meer en meer blijken.

In 1988 werd hij gehuldigd door de burgemeester , het schepencollege en de beheerraad van de Limburgse Vleugels tijdens het 30-jarige jubileum van de Limburgse Vleugels.

Later dat jaar maakte hij ludiek zijn 5000ste start met bolhoed en aangeplakte grijze baard (achteraf bleek dat hij daardoor nog minder kon ademen).

Eind 1988 ging het dan naar Schleicher om de ASK 21 te bestellen en een bezoek aan de Wasserkuppe. Met de de FW heeft hij echter nooit kunnen vliegen. In april 1989 moest hij dringend naar het St. Barbarazie-kenhuis worden gebracht. Aanvankelijk herstelde de Fred goed en mocht hij uit intensieve zorgen. Op 30 april kreeg overleed hij daar ten gevolge van een longontsteking

Diegenen die ooit met Manfred vlogen of een pint dronken, zullen zijn rust in alle situaties, zijn liefde voor het vliegen en het leven en zijn minzame lach met fonkelende ogen, altijd met een glimlach herinneren.

P.A. 12.04.2013